Wat verandert er?
De nieuwe wet maakt een einde aan het contractueel uitsluiten of beperken van de overdracht of verpanding van geldvorderingen. Ook indirecte belem-meringen, zoals boetebedingen bij verpanding, zijn niet langer toege-staan. Wordt zo'n bepaling toch opge-nomen, dan is deze automatisch nie-tig. De wet geldt voor geldvorderingen die voortvloeien uit de uitoefening van een beroep of bedrijf. Dit kunnen vor-deringen zijn van onderneming op on-derneming, maar ook vorderingen op particulieren vallen hieronder.
Kortom: ondernemers kunnen hun vor-deringen voortaan w?l verpanden of overdragen, ook als er eerder contrac-tueel een verbod op stond.
Financieringsmogelijk-heden
Deze wetswijziging vergroot de finan-cierbaarheid van uw onderneming. U krijgt immers toegang tot extra zekerhe-den. Banken en non-bancaire financiers kunnen vorderingen die eerder niet ver-pandbaar waren, nu wel accepteren als onderpand. Dat maakt het eenvoudiger om werkkapitaal aan te trekken of een groeifinanciering te realiseren.
Voor financiers betekent dit meer ze-kerheid, een bredere markt en potenti-
eel tot extra kredietverstrekking. Voor u als ondernemer betekent het snellere toegang tot financiering, verbeterde kredietwaardigheid en minder afhanke-lijkheid van eigen vermogen.
Wat moet u nu doen?
Het is verstandig om uw bestaande con-tracten en algemene voorwaarden tegen het licht te houden. Verpandingsverbo-den die zijn opgenomen in bestaande overeenkomsten, worden automatisch nietig drie maanden na inwerkingtreding van de wet. Let op: dit betekent niet dat er vanzelf een pandrecht ontstaat. Wilt u vorderingen verpanden die eerder niet in aanmerking kwamen, dan moet u hiervoor alsnog een aanvullende ver-panding regelen.
Ook administratief is alertheid vereist. De wet schrijft voor dat de mededeling van een pandrecht of overdracht schrif-telijk moet plaatsvinden. Gebeurt dit niet, dan loopt u het risico dat de debi-teur nog steeds bevrijdend aan de oor-spronkelijke schuldeiser betaalt met mogelijk dubbele betaling tot gevolg.
De wet kent enkele uitzonderingen. Zo blijft het onder meer mogelijk om over-dracht en verpanding uit te sluiten bij vorderingen uit betaal- of spaarrekenin-gen, gesyndiceerde leningen waarbij meerdere kredietverstrekkers betrokken zijn, vorderingen op clearinginstellingen of centrale banken, en bij vorderingen die via een g-rekening worden voldaan.
Meer ruimte, meer regie
De Wet opheffing verpandingsverbo-den biedt ondernemers meer ruimte en regie over hun financieringsmogelijk-heden. Waar eerder contractuele be-perkingen een obstakel vormden, ont-staat nu ruimte om zakelijke vorderingen optimaal in te zetten. Laat u tijdig adviseren over de impact van deze wet op uw onderneming, zodat u optimaal kunt profiteren van de nieu-we financieringsruimte.
Het verpandingsverbod verdwijnt: meer financieringsruimte voor ondernemers
Toegang tot financiering is cruciaal voor de groei van een onderneming, maar in de praktijk niet altijd eenvoudig. Veel commerci?le contracten bevatten al jarenlang zogenoemde verpandingsverboden: bepalingen die het overdragen of verpanden van vorderingen beperken of uitsluiten. Hierdoor kunnen ondernemers hun openstaande facturen niet gebruiken als zekerheid voor financiering. Met de Wet opheffing verpandingsverboden, die op 1 juli 2025 in werking is getreden, komt daar verandering in.
Goedele de Beuze en Ernest Loor
Loor Legal & Partners
www.loorlegal.nl
nummer 3 | Juli 2025 | Driesteden business