Nieuws
Strengere regels voor MKB op onveilige producten van buiten de EU
De EU heeft de regels daarover aangescherpt en minister Micky Adriaansens van Economische Zaken gaat ze ook in Nederland invoeren. Een van de redenen hiervoor is een eerlijkere concurrentiepositie voor bedrijven. Bedrijven horen inderdaad niet te hoeven concurreren ten koste van de veiligheid van een product. Dat geldt echter ook voor het handelen ten koste van mens en milieu. In sommige landen laat de lokale wetgeving hierover te wensen over.
De volgende stap moet daarom zijn om door te pakken met de Nederlandse en Europese wetgeving die ervoor zorgt dat producten die de EU binnenkomen gemaakt zijn met respect voor mens en milieu. Dat betekent dat er in de keten geen mensenrechten worden geschonden, geen gebruik wordt gemaakt van kinderarbeid en dat het milieu geen schade wordt aangedaan. Als dit kan voor veilige producten, dan kan het ook voor andere vormen van onveiligheid en schade. Consumenten zouden erop moeten kunnen vertrouwen dat de aankopen die zij doen onder verantwoorde omstandigheden tot stand zijn gekomen.
Er wordt al geruime tijd onderhandeld over dergelijke wetgeving, de zogenaamde Corporate Sustainability Due Diligence Directive richtlijn.
Deze richtlijn stelt een zorgvuldigheidsplicht voor ondernemingen vast. De kernelementen van deze plicht zijn het identificeren, beëindigen, voorkomen, beperkenen verantwoorden van negatieve mensenrechten- en milieueffecten in de eigenactiviteiten van het bedrijf, hun dochterondernemingen en hun waardeketens. Bovendienmoeten bepaalde grote bedrijven een plan hebben om ervoor te zorgen dat hun bedrijfsstrategie verenigbaar is met het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5°C, in overeenstemming met het Akkoord van Parijs.
Bestuurders worden gestimuleerdom bij te dragen aan doelstellingen op het gebied van duurzaamheid en beperking van de klimaatverandering. De richtlijn introduceert ook taken voor de bestuurders van de EU-vennootschappendie onder de richtlijn vallen.
Deze taken omvatten het opzetten van en toezicht houden opde uitvoering van de due diligence-processen en het integreren van due diligence in debedrijfsstrategie. Bovendien moeten bestuurders bij het vervullen van hun plicht om in hetbeste belang van de onderneming te handelen, rekening houden met de gevolgen vanhun beslissingen op het gebied van mensenrechten, klimaatverandering en milieu.
Groep 1: +/- 9.400 bedrijven - 500+ werknemers en netto EUR 150 miljoen+ omzetwereldwijd.
Groep 2: +/- 3.400 bedrijven in sectoren met een hoge impact - Meer dan 250 werknemers en een netto-omzet van meer dan EUR 40 miljoen wereldwijd, en actief in bepaalde sectoren met een grote impact, b.v. textiel, landbouw, delfstoffenwinning.
Bedrijven buiten de EU: +/- 2.600 bedrijven in Groep 1 en +/- 1.400 in Groep 2
Derde bedrijven uit landen die actief zijn in de EU met een omzetdrempel die is afgestemd op groep 1 en 2, gegenereerd in de EU.
MKB - ondernemingen zijn niet betrokken bij de voorgestelde regels. Het voorstel voorziet echter in steunmaatregelen voor MKB's, die indirect kunnen worden beïnvloed.
De regels voor due diligence op het gebied van duurzaam ondernemen zullen wordengehandhaafd door:
1. Administratief toezicht: de lidstaten wijzen een autoriteit aan die toezicht houdtop en effectieve, evenredige en afschrikkende sancties oplegt, waaronder boetesen nalevingsbevelen.
Op Europees niveau zal de Commissie een Europeesnetwerk van toezichthoudende autoriteiten opzetten dat vertegenwoordigers van denationale instanties zal samenbrengen om een gecoördineerde aanpak tewaarborgen.
2. Burgerlijke aansprakelijkheid: De lidstaten zullen ervoor zorgen dat slachtoffers een vergoeding ontvangen voor schade die voortvloeit uit het niet nakomen van de verplichtingen van de nieuwe voorstellen.
